En dan, en dat zal velen plezieren, volgt oudgediende Johnny Clarke, begeleid door de Engelse Soothsayers. Clarke haalde nooit de status van Bob Marley of Burning Spear, maar hij speelde wel degelijk mee in de hoogste regionen van de reggae. Toegegeven, de tijd dat hij in Jamaica hit na hit scoorde is al een tijd voorbij, maar de man geniet nog steeds een uitstekende live-reputatie. Nadat hij in '73, op zijn 18e, een paar hitjes scoorde ism producer Rupie Edwards, brak Clarke pas echt door toen hij in 1974 ging samenwerken met Bunny Lee en zijn studioband The Aggrovators. Het ging echt snel, want zowel in '75 als '76 werd hij verkozen tot de Jamaicaanse 'Artist of the Year'. Clarke, Lee en The Aggrovators ontwikkelden een eigen geluid dat omschreven wordt als 'the flying cymbal sound'. Clarke kon veel aan, van 'radical roots' tot 'lovers rock' en hij was ook een specialist in het coveren van nummers van anderen. Bob Marley besloot No Woman No Cry in Jamaica niet uit te brengen als single, omdat dit de verkoop van zijn lp Natty Dread zou kunnen schaden. "Dan doe ik het wel", dacht Clarke en hij scoorde er een grote hit mee in Jamaica. The Marley-clan was not amused. In '76 was Clarke één van de eersten die een contract tekenden bij Front Line, de reggae afdeling van Virgin Records. Front Line bracht in '76 twee Johnny Clarke-albums uit: Rockers Time Now en Authorized Version. Beide gelden als artistieke hoogtepunten in zijn carrière. Ze verkochten echter niet zoals verhoopt en Front Line stopte de samenwerking. Geen nood voor Clarke, want in '77 bracht hij opnieuw twee albums uit, nu voor het Britse Justice label. Zijn reputatie was ondertussen ook sterk gegroeid in de UK, een heel wat grotere markt dan de Jamaicaanse. Hij scoorde nog een reeks hits eind van de jaren 70 en begin jaren 80, maar toen verflauwde de aandacht in Jamaica. Clarke werd amper op de radio gedraaid en hij werd nooit gevraagd voor het belangrijkste festival Reggae Sunsplash (uiteindelijk stond hij er wel, maar pas in '95). Raar, gezien zijn grote status. Clarke zelf wijt het aan de Marley-erven die tegenwerkten. Clarke besloot dat hij nog weinig te zoeken had in het vaak gewelddadige Jamaica en verhuisde in '83 naar Londen. Nog datzelfde jaar bracht hij Yard uit, zijn eerste album voor Ariwa, het label van Mad Professor. In '85 volgde Sly & Robbie Present the Best of Johnny Clarke, een samenwerking met de bekendste reggae ritmesectie Sly Dunbar en Robbie Shakespeare. In de daaropvolgende jaren werkte hij nog met King Tubby, Errol Thompson, Prince Jammy, Niney The Observer, ... kortom zowat alle befaamde reggaeproducers. Live werkte hij lange tijd met de Engelse Dub Asante (zie ook Horace Andy), maar de laatste jaren opteert hij voor Soothsayers uit Brixton/Londen. Een uitstekende keuze. Zelf heeft deze groep ondertussen ook al 4 cd's uit, waarop niet enkel reggae of dub te horen is, maar af en toe ook afrobeat. Soothsayers kon rekenen op gastbijdragen van Michael Prophet, Linval Thompson en natuurlijk Johnny Clarke. De groep heeft een uitstekende reputatie tot in Bangladesh toe (ze speelden er recent op het Dhaka World Music Festival). We beloven een topavond!
HET HELDENPARK LIGT IN DE OOSTVELDSTRAAT IN EEKLO, OOST-VLAANDEREN. EEN ROUTEBESCHRIJVING KAN JE DOWNLOADEN OP DE CONTACT-PAGINA VAN DEZE WEBSITE (RECHTS ONDERAAN).