
Na een lang traject waarbij TCO telkens als begeleider aantrad, is de doelstelling dit keer om een volwaardig eigen concept met instrumentale muziek uit te werken. Dit is een nieuw hoofdstuk in het bestaan van TCO dat cruciaal is in haar muzikale ontwikkeling, waarbij het orkest voor het eerst uit de schaduw treedt van een zanger/es. Ter inspiratie dient een ruime collectie bestaande instrumentale muziek. Daaruit worden specifiek gekozen instrumentale “ hits “ herwerkt en verhakkeld tot nieuwe composities. Soms zal enkel een citaat overblijven dat herinnert aan een originele compositie en in andere bewerkingen zal mogelijks enkel een stijlelement doorklinken. Daarom spreekt men van “recomposed music”. Algemeen heeft de muziek tot doel een dansritueel te evoceren, waarbij rijkelijk inspiratie gezocht wordt bij populaire dansmuziek (disco, elektronica, new beat, krautrock,...) maar zeker ook bij traditionele folklore, klassiek en allerhande muziek waarop gedanst kan worden.
Een full-album dat opnieuw wereldwijd uitgebracht zal worden, maar dit keer met TCO’s eigen instrumentale dansbare identiteit als primaire uitstraling.
Een muzikaal vooronderzoek: Aarich en Kobe zijn ervan overtuigd dat er veel potentieel zit in het herkleuren van instrumentale muziek. Hiervoor hanteren ze de term 're-composed', en proberen ze zo aan te sluiten bij een traditie waarbij bepaalde elementen uit composities gerecupereerd worden in nieuwe composities. Herkenbare elementen van de muziek waarrond wordt gewerkt bieden het ideale vehikel om hun klank-experimenten op bot te vieren.
Voor ‘pop’ artiesten is instrumentale muziek meestal een zeldzaam experiment of een uitstapje naar een andere muzikale wereld. Het wordt daardoor ook vaak gezien als ‘Kitchen work’ waarbij de artiest zoekende is, maar net daardoor zit er vaak een enorme rijkdom in veel van deze composities.
Bij instrumentale popmuziek komen vaak heel simpele en aanstekelijke melodieën voor die hoofdzakelijk op een begrijpbare structuur gebouwd zijn met repetitieve partijen voor bas en percussie. Je zou deze muziek kunnen bekijken als lichte of domme muziek, maar sommige van deze composities zijn net door hun simpliciteit heel intrigerend.
Tracks als African beat van Bert Kaempfert of Popcorn van Gershon Kingsley…, klinken stupide, maar zijn ook heel fascinerend en krachtig. Het zouden bijna melodieën van populaire klassieke muziek kunnen zijn. De Bolero (Ravel) in de bewerking van Tomita maakt zo’n vergelijk erg duidelijk.
In klassieke muziek is het gebruikelijk om bepaalde composities te herbewerken (recent is er bij Deutsche Grammophon een hele reeks re-composed music uitgebracht). Denk aan de projecten van Max Richter (Vivaldi) of Carl Craig (Ravel), Víkingur Ólafsson (Bach)... Als je Richters versie van Vivaldi als voorbeeld neemt, betekent dit dat hij het originele stuk neemt, het fijn stampt, er een paar extra ingrediënten aan toevoegt en het weer kneed tot iets dat ‘lijkt’ op het origineel. Het is een manier om van oude muziek nieuwe muziek te maken. Door sommige puristen worden deze bewerkingen niet gesmaakt, maar voor anderen is het dan weer een boeiende manier om kennis te maken met deze oude muziek. Gezien de vrijheid van deze interpretaties zou ‘Fleeting Glimpses of the Four Seasons’ een betere titel zijn geweest, zeker gezien Richter nauwelijks 30 of 40% van het originele werk overhield. Het resultaat is herkenbaar en vreemd, nieuw, postmodern maar zeker niet meer Barok.
Deze ‘recomposed’ werkwijze heeft een lange historische traditie in de klassieke muziek. Denk maar aan Beethoven nr 5 (de 3de akte heeft dezelfde reeks intervallen als de laatste akte van Mozart 40e). Je zou kunnen denken dat dit toeval is, maar in het schetsboek van Beethoven staan 29 maten gekopieerd uit Mozarts finale. Of Béla Bartók die een aantal werken schreef die gebaseerd zijn op Hongaars traditionele folkmuziek. (Bartók was trouwens een van de grondleggers van de etnomusicologie, door zijn uiterst nauwgezette transcripties van de Oost-Europese volksmuziek.)
In popmuziek spreekt men al makkelijk over plagiaat, wanneer elementen uit andere composities worden geïntegreerd in een nieuwe compositie. Het gevolg is, dat invloeden en elementen uit andere nummers vaak worden verdoezeld, om niet in een auteursrechtelijke strijd te belanden.
Het gegeven 'recomposed' in popmuziek komt vooral voor in de vorm van remixen. Dikwijls bestaan deze remixen uit bepaalde stems/tracks die elektronisch anders gaan bewerkt worden. Of er wordt een nieuwe structuur gemaakt en/of er worden beats en loops extra toegevoegd. Deze alternatieve versies hebben meestal een commercieel doel en moeten ervoor zorgen dat de originele compositie zijn weg kan vinden bij een ander (groter) publiek.
TCO heeft de ambitie om een soort canon-werk te maken. Recuperatie en upcycling zijn in onze maatschappij, terecht, steeds een belangrijkere plek aan het innemen, en zo zien Aarich en Kobe ook een parallel met dit project en is het TCO’s nobele taak om verloren muziek terug onder de aandacht te brengen. Een trip langs een geselecteerd aantal instrumentale hits van iconische artiesten/componisten waar zij, als amateur-musicologen, nieuwe ‘recomposed music’ van bepaalde bestaande composities tegenover stellen. Voorbeelden hiervan kunnen zijn: “Gogol” van Chilly Gonzales, “Theme from great cities” van Simpel Minds, "Quiet Village“ van Les Baxter, ”Rockit“ van Herbie Hancock, “Danses des cygnes" Tchaikovsky of “Veridis Quo” van Daft Punk,...