Wij gebruiken cookies. accepteer

Tartit (ML/MR)

De vrouwen zijn baas in Tartit. De negenkoppige Touareggroep telt vijf vrouwen en vier mannen. Maar het is duidelijk wie de broek draagt. De vijf dames zitten steeds vooraan op het podium. Zoals de traditie het wil spelen enkel zij percussie. Ze zingen, klappen repititief in hun handen en bespelen de inzad, een eensnarig instrument. De mannen, die letterlijk in hun schaduw staan, zorgen voor melodie met de luit maar ook met elektrische gitaren. Opmerkelijk: de mannen zijn gesluierd, de vrouwen niet.
De leden zijn afkomstig uit Timboektoe in Mali, maar ze leven een (noodgedwongen) nomadisch bestaan. De regio is namelijk al jaren het toneel van een ingewikkeld conflict tussen Touaregs, islamistische strijders en de staat. Het is dan ook niet verwonderlijk dat ze elkaar leerden kennen in buurland Mauritanië. Voor hen was muziek maken de enige vorm van overleven in het vluchtelingenkamp waar ze toen verbleven. In dat kamp ontwikkelden ze hun desertblues. Vergelijk het met Tinariwen en Tamikrest maar dan rustiger en nóg hypnotiserender.
Dat ze zich afkeren van het vele geweld in hun geboortestreek blijkt -voor wie Tamasheq begrijpt althans- uit de teksten van de liederen, die gaan over vrede, liefde en ballingschap. De liederen, die vaak bestaan uit vraag en antwoord, roepen beelden op van een knetterend kampvuur in de donkerte van de immense Sahara.